Er waren eens kinderen. Ze gingen eens naar het bos. Ze gingen er slapen. Vanacht gebeurde er iets verschrikkelijks. De kinderen werden één voor één een sprookjesbosbewoner.
Toen het ochtend was, merkten ze het en plots wisten ze dat ze in het sprookjesbos waren. Iemand dacht : dat heeft de boze tovenaar gedaan. Toen zei hij het tegen de rest. Toen zei iemand : wij moeten iemand vinden die ook kan toveren en die goed is . Dus gingen ze op zoek. kijk een mevrouw !
Jij dompie ! Dat is de boze heks ! Vlug hier wegwezen ! Voor ze ons ziet ! kom , we gaan roodkapje zoeken. Zij is slim. Kijk daar een meisje met een rood kapje. Misschien weet zij waar roodkapje is? Hallo?!?
Zij is wel roodkapje. Roodkapje is dom . Wie het al weet. Dddaaarrr de de de wolf staat achter je. Kijk een huisje ! Snel ! Nee , dat is het huisje van de boze heks. Daar in die bosjes. Snel ! En is hij weg? Ja !! Oef !! Amai, een kwartier al kwijt. Tijdverspilling ! Kijk , het huis van de goede tovenaar ! yes!! We zijn gered . De tovenaar toverde de sprookjesbosbewoners terug in kinderen. En die avond zongen ze vrolijke vrienden.
Michiel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten