Vorige week werkten we in groepjes met de compostkoffer. Het was een soort doorschuif met allerlei doe -opdrachten over compost.
Om zaadjes te laten groeien, kunnen we compost bij de aarde doen. Eerst moet je het compost zeven. Dan moet je ongeveer evenveel compost met aarde mengen. Als het mengsel te droog is, moet je er een beetje water bij doen. Dan doe je de grond in de kluitenpers en dan krijg je een mooi blokje met een gaatje in. In dat gaatje kun je dan een zaadje doen. Iedereen heeft zo'n kluitje mogen maken. Die staan in de klas op de vensterbank.
Arend
Vandaag, dondernamiddag kwam een compostmeester bij ons in de klas op bezoek. Hij vertelde ons hoe we goeie compost kunnen maken. De beestjes die in een compostbak leven hebben 3 belangrijke dingen nodig. Ze hebben water, lucht en voedsel nodig. Er mag wel niet teveel water in de compostbak komen. Daarom moet je er soms blaadjes of houtsnippers of snoeihout bijdoen. Om lucht er in te krijgen moet je er elke week met een beluchtingsstok in prikken. Zo komt de onderste laag naar boven. In de compostbak mag je fruit- en groentenafval gooien. Maar niet teveel van dezelfde soort ineens. Er mogen ook bladeren, tuinafval, schillen, gebruikte koffiefilters in. eierschalen die mogen ook maar die verteren niet zo goed. Hij heeft ook verteld hoe je een compostbak moet maken. We gaan misschien binnenkort eentje met onze klas maken.
Lise, Rune en Ben
Geen opmerkingen:
Een reactie posten