de slangen
Er waren eens 2 slangen. Ze gingen elke dag mensen in het oerwoud opeten. Ze woonden in bloempotten. Die mensen waren in 5 seconden opgegeten. Het waren Anakondas. Ze spuugden het skelet uit en ze pakten nog lang veel mensen.
Gentil
de hond
mijn neef heeft een hond gekocht. Het is een Italiaanse hond. Hij is 7 jaar of 10 jaar. Ze weten het niet maar mogen er nog altijd mee gaan wandelen. Als hij op reis gaat mogen wij er voor zorgen. En misschien mogen we hem naar school mee doen.
Gilles
de dierenvriend
er was eens een jongen en hij had veel dieren. Twee ezels, twee paarden, 2 kippen en een hond en een haan. ook 2 katten. Op een dag wou hij een naam verzinnen voor de dieren. de ezels noem ik snoepie en Guust. De kippen Julien en Balletje. Ziepka en Ariel zijn de paarden.
Jannes
de slang
er was eens een slang. Die slang woonde in een warm land. hij vond het raar dat hij met zijn tong rook. Toen de slang warm had, dan kroop hij in de schaduw. maar eigenlijk wou de slang geen slang zijn. de slang zei : ik wil een ander dier zijn. Maar dat kon niet. Dan zei hij : ik ga slapen. De volgende morgen zei hij : ik ben verandert in een vogel. hij zei tegen zijn vrienden dat hij de vorige nacht was veranderd in een vogel. Maar hij wist niet hoe hij moest gaan vliegen. de arend zei : ik ga het je leren. Je moet gewoon fladderen. En dan begin je te vliegen. En de vogel zei tegen de arend.....
wordt vervolgd
tekst van Fiel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten